Na twee nachten in Lower Sabie te hebben geslapen, was het tijd om te verhuizen naar een ander kamp: Satara.

Satara is het derde grootste kamp van het Krugerpark en staat voornamelijk bekend als een goede plek om katachtigen zoals leeuwen en cheeta’s te spotten. De cheeta hebben we hier ook kunnen zien. Erg bijzonder en puur toeval. Het was dat er andere mensen lange tijd bleven kijken en er ook een jeep stopte, waardoor onze nieuwsgierigheid ook gewekt was en we toch maar gingen vragen wat ze dan allemaal zagen.

In Satara hadden we een iets luxer huisje dan in Lower Sabie, het grootste voordeel vonden we vooral dat we hier gewoon onze eigen wc en douche hadden in ons huisje. In Lower Sabie hadden we dat niet en moesten we een klein stukje lopen voor een wc en douche. Daar staat dan weer tegenover dat Lower Sabie een fantastisch restaurant had met erg lekker eten en prachtig uitzicht over een meer waar geregeld dieren kwamen drinken. Satara had ook een restaurant met prima eten, maar hier hadden we wel erg veel last van allerlei brutale vogels die hoopten een hapje mee te kunnen eten.

De tweede dag in dit kamp hadden we overdag wat minder tijd om zelf te gaan touren, omdat er ’s middags een sunset drive op het programma stond. Toch kwamen we zelf ook nog wel wat dieren tegen, waaronder voornamelijk heel veel zebra’s, olifanten, bavianen en giraffen. Om kwart over vier moesten we klaar staan voor de sunset drive. Met een groep van ongeveer 12 personen gingen we in een grote jeep op zoek naar dieren. De sunset drive zou tot half 8 duren, terwijl je normaal om half 7 terug moet zijn in het kamp. Hierdoor heb je dus ook de kans om meer dieren te zien die je normaal niet ziet, omdat ze pas actief worden in de schemering of het donker.

Direct buiten het kamp kwamen langs een grote groep zebra’s waar een paar mannetjes aan het vechten waren om hun territorium. Vervolgens werd het Ronald en mij al snel duidelijk dat we precies dezelfde route reden als wij die ochtend hadden gedaan. We kwamen zelfs langs dezelfde melkoehoe die we ’s middags ook in de boom hadden gezien. Toch konden we duidelijk verschil merken, want de dieren lieten zich ’s avonds veel beter zien. Zo kwamen we met de jeep terecht in een grote groep met olifanten op de weg, terwijl we er ’s middags maar twee hadden gezien in de buurt van die plek. Ook hadden we ’s middags al drie leeuwen gezien, die een eindje van de weg af in de schaduw van de bosjes lagen te slapen. Met de sunset drive zagen zo’n 8 leeuwen, waarvan er een paar wakker waren en erg dicht bij de weg lagen.

Niet veel later zagen we in de verte ook nog witte neushoorns staan, die hadden we nog niet gezien in het Krugerpark! Ook stopten we nog even om te genieten van de prachtige ondergaande zon. Daarna was het natuurlijk lastiger om dieren te spotten, vandaar dat de rangers een aantal van ons grote lampen gaf. Hiermee moesten ze schijnen en zodra ze de weerspiegeling van ogen zagen, moesten ze stop roepen. Vrijwel direct toen de lampen aangingen was het raak en zagen we weer een groep leeuwen. Dit keer met kleine welpjes erbij! Ook ontdekten we nog een kerkuil en zag de ranger een slang. Dit bleek de Mozambikaanse spuwende cobra te zijn, een van de meest dodelijke slangen die in het Kruger voorkomen.

Wat een gave safari is de sunset drive! Absoluut een aanrader, omdat de ranger wat meer kan vertellen over de dieren die je tegenkomt en vooral het zoeken met de lampen naar dieren in het donker gaf echt een kick! De volgende dag was het helaas alweer tijd om het Krugerpark te verlaten, maar gelukkig kwamen we tijdens onze tocht naar de uitgang nog genoeg dieren tegen, waaronder badderende olifanten en de Zuidelijke hoornraaf! Toen was ons avontuur in het Krugerpark toch echt voorbij, en was het tijd om door te rijden naar onze allerlaatste bestemming deze vakantie: Sabie. Ook hierover vertellen we uitgebreid in deze blog.