Via TonTan Travel hadden wij een tweedaagse jungle tour geboekt in Khao Yai National Park, het oudste nationale park van Bangkok. Het programma beloofde een mooie combinatie van natuur en dieren spotten. Een welkome verandering na drie dagen in de drukte van Bangkok gezeten te hebben!

De eerste dag
De eerste dag werden we om 8 uur ’s ochtends opgehaald bij ons appartement. We betaalden het resterende bedrag één van onze twee gidsen en toen was het tijd om te gaan! Achterin de truck scheurden we naar het park toe. De truck had een afdakje, wat handig was als het zou gaan regenen, maar voor de rest was hij helemaal open. Best fris dus als je wat sneller rijdt! Het vest dat op onze meeneemlijst stond, was dan ook geen overbodige luxe.

Zodra je in het park bent, begint het spotten. De gidsen zijn goed getraind en zien vogels en apen van meters afstand. Ook hebben ze een hele sterke verrekijker bij zich, waarmee je dieren van bizarre afstanden toch goed kunt bekijken.

Een groot deel van de dag zit je in de auto, maar toch maak je geregeld een stop. De ene keer gepland, bijvoorbeeld bij een mooi uitkijkpunt of bij het bezoekerscentrum. Soms ook ongepland, bijvoorbeeld als je dieren tegenkomt langs de weg. Een ander deel van het programma is een wandeling dwars door de jungle. En met ‘dwars door de jungle’ bedoel ik ook echt dwars door de jungle. Er is geen pad, je moet goed uitkijken voor spinnenwebben en voor de rest is het goed luisteren en kijken of je wilde dieren tegenkomt. Zo kwamen wij de eerste dag gibbons, neushoornvogels, allerlei spinnen, slangen en kevertjes tegen.

De tweede dag liepen we meer langs het water. Deze dag zijn we dan ook voornamelijk slangen, kevers en varanen tegengekomen. Ook hadden we een mooie tussenstop bij een waterval. Er schijnt ook vaak een krokodil te zien te zijn langs dit water, maar toen wij er waren had hij zich helaas goed verstopt.

   

Watervallen
’s Middags hebben we twee watervallen bezocht. De eerste waterval, Kaew Sahat, is wereldberoemd door de film ‘The Beach’. Toch was het niet erg druk bij de waterval, we hadden alle tijd en ruimte om rustig rond te klauteren en foto’s te maken.

   

De tweede waterval was een stuk lastiger te bereiken dan de eerste. Er stond op een bord aangegeven dat het ongeveer 800 meter lopen was naar de waterval, maar ze hadden er niet bij vermeld hoe verschrikkelijk veel trappen je af (en terug dus ook weer op!) moest. Een pittige tocht dus, maar dan kom je ook wel bij de indrukwekkende Haew Narok waterval, de grootste waterval van het park waar water zo’n 150 meter naar beneden stort.

Eten, drinken en een nachtsafari
Voor lunch, drinken en eventueel avondeten wordt gezorgd. In de truck zit een koelkist met meer dan genoeg drinken waaronder cola, sprite, fanta en natuurlijk water. In een restaurantje midden in het park kan je uit vrij veel eten en drinken kiezen. Hier kies je ook gelijk je avondeten, wat je dan ’s avonds in een doggiebag krijgt. Het park sluit namelijk officieel om 18:00 uur, alleen degenen die een nachttour geboekt hebben, blijven dan in het park. De eerste dag hadden wij een nachttour, waarbij we met een andere gids op zoek gingen naar dieren die in het donker actief zijn. We hebben voornamelijk herten, stekelvarkens en een paar slangen gezien. Een van die slangen was kennelijk erg uniek om te spotten, hij is de afgelopen jaren maar twee keer gezien. Na de nachtsafari was het weer tijd om naar ons hotel te gaan. Rond 8 uur waren we weer ‘thuis’

Olifanten!
De volgende dag hebben we behalve de wandeling langs het water, ook een bezoekje gebracht aan verschillende uitkijkpunten. Daarnaast hebben we beide middagen gezocht naar olifanten, wat helaas niet leek te lukken. We waren al bijna bij de uitgang van het park, toen de gids de auto keerde en met een bloedgang terugreed. Na ongeveer 20 minuten als gekken te hebben gereden in het park, kwamen we bij het punt van bestemming: olifanten! Onze gids had namelijk van een andere gids een belletje gekregen dat ze te zien waren. Toch nog gespot, wat een geluk!

 

Hoe kom je er?
Khao Yai ligt op ongeveer twee uur afstand van Bangkok en is te bereiken met de bus. Een ticket kost ongeveer 130 baht en de reis duurt ongeveer drie uur. Je komt niet helemaal bij het park uit maar bij Pak Chong, op ongeveer driekwartier afstand van het park en vanaf hier zal je dus nog vervoer moeten regelen naar je hotel. Omdat wij zaten met onze koffers en we niet zoveel zin hadden om te moeten overstappen en nieuw vervoer te moeten regelen, maakten we gebruik van de transfer service van TonTan Travel. Voor 2200 baht wordt je dan met de taxi van of naar Khao Yai gereden. Flink veel geld, maar wij hadden het wel over voor luxe!